Paarden in het Verkeer: Regels en Veiligheid op de Openbare Weg

In Nederland heb je af en toe te maken met paarden in het verkeer. Zowel ruiters, als paard en wagen alsmensen die een paard begeleiden aan de hand kan je tegenkomen op de openbare weg. Bestuurders van voertuigen weten vaak niet hoe ze zich moeten gedragen rond paarden op de weg. Hier volgen de regels en richtlijnen hoe om te gaan met paarden in het verkeer

 

 

1

Paarden in het verkeer

De belangrijkste regel is dat ruiters, koetsiers en begeleiders van paarden volgens de Nederlands wetgeving gezien worden als bestuurders (artikel 1 RVV).

Dat betekent dus in de praktijk het volgende:

  • Voorrangsregels en rode verkeerslichten gelden net zoals voor alle andere bestuurders
  • Men hoort zich zoveel mogelijk rechts te bevinden op de openbare weg
  • Borden met ruiterpaden geven aan waar je wel en niet mag rijden
  • Veiligheid boven alles

Rekening houden met elkaar is het allerbelangrijkste in het verkeer. Dit principe wordt nog belangrijker wanneer het vervoermiddel een levend wezen is. Paarden reageren vaak angstig op onbekende harde geluiden en snelle bewegingen wanneer ze hier niet aan gewend zijn. Het is daarom belangrijk voor ruiters om hun dieren vertrouwd te maken met de situatie op de weg. Maar ook bestuurders van auto's en motoren moeten hun gedrag aanpassen wanneer ze paarden tegenkomen.

2

Paarden inhalen op de weg

Indien je een ruiter op de openbare weg wilt inhalen moet dit aan de linkerkant gebeuren. Er is geen precieze wettelijke definitie van hoeveel ruimte je moet houden tussen de ruiter en het voertuig noch van wanneer je weer terug mag naar je rijstrook. Er moet echter wel voor worden gezorgd dat er voldoende afstand is tussen de auto en het paard. Automobilisten moeten extra voorzichtig zijn wanneer ze paarden inhalen om schrikreacties te voorkomen dat houdt bijvoorbeeld in niet toeteren tenzij zich een gevaarlijke situatie voordoet. Pas je snelheid aan en controleer extra goed op tegenliggers.

3

Regels voor ruiters, koetsiers en begeleiders van paarden

Zoals eerder vermeld worden ruiters, koetsiers en begeleiders van paarden beschouwd als bestuurders. Dit houdt in dat zij zich aan alle regels en richtlijnen houden die vermeld staan in de RVV en de lokale en provinciale wetten.

Dat geldt onder andere maar niet alleen voor de onderstaande regels.

  • De algemene voorrangsregel “rechts geeft voorrang aan links”
  • Stoppen voor een rood stoplicht
  • Éénrichtingsverkeer-regels
  • Let op de verkeersborden en houd je hieraan
  • Indien je gaat afslaan geef je dit aan met een handgebaar, net zoals fietsers
4

Verlichting voor paard & ruiter

Volgens artikel 36 van de RVV 1990 moeten ruiters en geleiders van rijdieren zowel overdag als het zeer slecht zicht is als nacht verlichting hebben die aan de voorkant wit of geel licht uitstraalt en aan de achterkant rood licht. Daarnaast wordt er adviseert om er altijd voor te zorgen dat mensen en dieren van een afstand goed zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld met reflecterende vesten en reflecterende banden voor ruiters of dekens en reflecterende beenkappen voor paarden.

5

Paarden begeleiden vanaf de fiets

Volgens de RVV 1990 is het niet expliciet verboden om paarden te begeleiden vanaf de fiets. Je geldt zowel als fietser als begeleider als bestuurder dus aan die positie is niets verandert.

Je mag alleen als begeleider of als ruiter je niet op het fietspad begeven, als begeleider zoek je het voetpad op en als ruiter zal je je naar de berm of uiterst rechts op rijbaan moeten begeven.

0
Jouw winkelwagen
Subtotaal: €0
Afrekenen