De belangrijkste regel is dat ruiters, koetsiers en begeleiders van paarden volgens de Nederlands wetgeving gezien worden als bestuurders (artikel 1 RVV).
Dat betekent dus in de praktijk het volgende:
- Voorrangsregels en rode verkeerslichten gelden net zoals voor alle andere bestuurders
- Men hoort zich zoveel mogelijk rechts te bevinden op de openbare weg
- Borden met ruiterpaden geven aan waar je wel en niet mag rijden
- Veiligheid boven alles
Rekening houden met elkaar is het allerbelangrijkste in het verkeer. Dit principe wordt nog belangrijker wanneer het vervoermiddel een levend wezen is. Paarden reageren vaak angstig op onbekende harde geluiden en snelle bewegingen wanneer ze hier niet aan gewend zijn. Het is daarom belangrijk voor ruiters om hun dieren vertrouwd te maken met de situatie op de weg. Maar ook bestuurders van auto's en motoren moeten hun gedrag aanpassen wanneer ze paarden tegenkomen.